Cookie beleid ZAC

De website van ZAC is in technisch beheer van VoetbalAssist en gebruikt cookies. Hieronder de cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Lees ons cookiebeleid voor meer informatie.

Functionele cookies

Voor een goede werking van de website worden deze cookies altijd geplaatst.

Analytische cookies

Google analytics Toestaan Niet toestaan

Marketing cookies

Facebook Toestaan Niet toestaan

Jo van Marle

Jo van Marle (1925-1995)

In elke vergelijkbare stad, waar Jo van Marle’s wieg had kunnen staan, zou hij na zijn dood toch tenminste een straatnaam naar zich vernoemd hebben gekregen. Behalve dan in Zwolle, de stad, waar deze vroegere KNVB-voorzitter en UEFA-bestuurder het levenslicht zag en waar hij het fundament legde voor zijn carrière als een van de belangrijkste bestuurders van de nationale sport in de twintigste eeuw. In de Overijsselse hoofdstad moet hij tot de dag van vandaag als naamgever genoegen nemen met een nogal onbelangrijk sportparkje in een buitenwijk.
Deze miskenning vindt zijn oorzaak in de kinnesinne die sinds onheuglijke tijden in het Zwolse voetbalwereldje heerste. Twee van de drie clubs die hierbij door de jaren heen betrokken waren, ZAC en Zwolse Boys, werden in de jaren tachtig van de 20ste eeuw door de gemeente geprest om een gezamenlijk nieuw thuishonk in Zwolle-Zuid te accepteren. Om financiële redenen waren de clubs genoodzaakt er mee in te stemmen, maar Zwolse Boys maakte heel wat misbaar tegen de naam die men voor het terreinencomplex had bedacht: het Jo van Marle Sportpark. De naam van een ex-ZAC-voorzitter boven de poort die ook naar de Boys voerde...? Dat deed al te zeer.
Na veel gekissebis gaven de Boys zich tandenknarsend gewonnen, maar toen jaren later een nieuw Zwols wijkje met straatnamen van plaatselijke sportcoryfeeën zou worden voorzien, durfde de gemeente een Jo van Marlestraat niet óók nog aan. Het zou teveel van het goede zijn...!
Na jaren voelt die Zwolse beslissing nog steeds als een zeer onterechte geringschatting van een man die het vlak voor zijn dood in 1995, samen met zijn Belgische collega Michel d’Hooge, voor elkaar kreeg dat de Lage Landen in 2000 voor het eerst in de historie een Europese titelstrijd mochten organiseren.
Sinds deze Zwolse jongen van een eenvoudige afkomst zich in het verenigingsleven begon te bewegen, viel hij op door zijn intelligentie en heldere denktrant. Terwijl hij op 28-jarige leeftijd nog volop voetbalde in het eerste elftal van ZAC, een van de oudste clubs van het land, werd hij daar in 1953 al tot verenigingsvoorzitter gekozen, omdat hij zo goed een vergadering kon leiden. Toen hij al een gesettelde bestuurder in de hoogste voetbalregionen was, zei hij daarover in een interview: ”Sommige mensen vinden het prachtig om te vissen, ik geniet van een goede vergadering.”
Als actieve voetballer liet de jonge Jo van Marle in het veld een heel ander gezicht zien. Als rechtsback toonde hij tegenover zijn tegenstanders vaak een niets ontziende hardheid. Schrijver dezes was daar eind jaren veertig een keer ooggetuige van toen hij, op een paar meter afstand staand, Van Marle een tackle zag uitvoeren. Linksbuiten Nijland van plaatsgenoot PEC werd het slachtoffer van deze aanslag die hem een dubbele beenbreuk bezorgde. Het gekraak was voor de toeschouwers aan de zijlijn te horen en Nijland heeft nooit meer gevoetbald
Als bestuurder trad Van Marle heel wat gepolijster op. In het maatschappelijke leven was hij directeur van het Economisch Technologisch Instituut Overijssel, totdat hij geheel door zijn vele functies in de nationale en internationale voetbalwereld in beslag werd genomen: eerst o.a. lid bondsvergadering, lid en voorzitter sectiebestuur amateurvoetbal en voorzitter keuzecommissie amateurvoetbal. In 1980 koos de bondsvergadering hem tot tot algemeen voorzitter van de KNVB, waarna hij een paar jaar later ook penningmeester van de UEFA werd. In 1989 schoof de toenmalige UEFA-voorzitter Jacques Georges hem naar voren als zijn opvolger, doch Jo van Marle wees het aanbod om twee redenen af: omdat hij een jaar eerder was getroffen door een hartinfarct en ook omdat hij de dubbelfunctie van KNVB-voorzitter en UEFA-penningmeester prefereerde.
Jo van Marle stond bekend als een standvastig en onafhankelijk bestuurder. In de voetbalwereld, waarin men vaak geneigd is dikdoenerij aan te wenden om zichzelf te handhaven, bleef hij een bobo van eenvoudiger én steviger structuur die wars was van uiterlijk vertoon. Daarbij vertoonde hij soms een grote tegenwoordigheid van geest. Ook daarvan heeft schrijver dezes van nabij een voorbeeld mogen meemaken. Toen Van Marle in 1963 nog voorzitter van ZAC was en tijdens de opvoering van een jubileumrevue door eigen leden na een half uur een van de spelers plotseling door een hartstilstand overleed, wist hij door koelbloedig optreden en frappant goed gekozen woorden het geschrokken publiek in een stampvolle zaal van de Zwolse Buitensociëteit te kalmeren en rustig naar buiten te leiden.
In 1995 overkwam een nog onverwacht levenseinde hemzelf. Twee jaar eerder had hij de voorzittershamer reeds overgedragen aan zijn opvolger Jeu Sprengers. De uitvoering van de kroon op zijn werk – de Europese kampioensstrijd in Nederland en België – zou hij niet meer meemaken.

Auteur: Willem van der Veen
    
Geboren op 18-8-1925 te Zwolle
Overleden op 03-01-1995 te Zwolle

Delen

voeg je eigen gadgets toe aan deze pagina!